De rekenstokken
'Dit materiaal heeft Dr. M. Montessori overgenomen van Dr. Seguin, die ermee werkte met zwakzinnige kinderen. Kinderen die met de rekenstokken gaan werken (voor het leren van cijfersymbolen) hebben wel getallen horen uitspreken en weten dat er hoeveelheden zijn, maar zij begrijpen niet de samenhang en de rangorde. Door het werken met de rekenstokken worden zij zich hiervan bewust en krijgen inzicht in de verhoudingen van de hoeveelheden.
Bij de rekenstokken is de hoeveelheid samengevat in één stok. Bijvoorbeeld aan stok vijf zijn vijf eenheden te onderscheiden. Het kind leert nu dat de naam van de laatst getelde eenheid de naam wordt van de gehele hoeveelheid. Bij los materiaal heeft een jong kind de neiging elke eenheid met één te benoemen en begrijpt het niet, dat door bijvoeging van een eenheid de bestaande hoeveelheid wordt vergroot en dat elke hoeveelheid als één geheel gezien moet worden. Door dit materiaal krijgt het kind inzicht in de relatie der hoeveelheden b.v. dat zeven meer is dan vijf, doordat het ziet dat stok zeven langer is. Hierdoor is tevens het absolute van de hoeveelheid zichtbaar.
In de afmetingen van de stokken is de basis van het metriek stelsel vervat, de decimeter en de meter worden als lengte-eenheid beleefd.
Het werken met de rekenstokken boeit de jonge kleuter doordat het tegemoet komt aan de behoefte tot motorische aktiviteit. (Speciaal de grove motoriek)'
Bron: M.J. ten Cate (1973) Het Montessori materiaal deel 1, derde druk, Nederlandse Montessori Vereninging
Geen opmerkingen:
Een reactie posten