Over mij

Ik ben Eeke Grotenbreg en werk in een bovenbouwklas op de Zevende Montessorischool in Amsterdam. Toen ik nog op de pabo zat kreeg ik voor de module ICT in de klas de opdracht een blog te maken. Zie hier het resultaat.

zondag 29 maart 2009

Bericht vijftien


Al enkele malen had ik de leerlingen gewaarschuwd. Dat zij nu echt geconcentreerd aan het werk moesten gaan. Zij reageerden op mijn waarschuwing, en de concentratie was er even maar niet lang. Snel werd er onderling al weer heftig overlegd en op elkaar gereageerd.
Ik besloot even bij het groepje te gaan zitten. ‘Jongens,’zei ik, ‘jullie mogen best overleggen.’ ‘Maar probeer dit zachtjes te doen en niet te veel.’
‘Maar ze geloven niet in God juf!’ reageerde één, wijzend naar zijn klasgenoten in het groepje. Het hoge woord was eruit. ‘Dat is toch dom juf?’ ‘Dat is toch verschrikkelijk dom?’ ‘Straks gaan ze dood en dan?’ ‘Wat dan?’ ‘Dan komen ze Hem tegen, nou dan schrikken ze zich een hoedje.’
De leerling ratelde door. Te verbaasd om mij, of zijn klasgenoten de mogelijkheid te geven om te reageren. Hij was echt oprecht zo ontzettend verbaasd dat andere zo gek waren om niet te geloven in God. De klasgenoten die bij hem in het groepje zaten keken hem, mij en elkaar verbaasd aan. Een paar mompelde iets over ‘dat mag ik toch zelf weten’. Maar echt duidelijk en met volle zekerheid werd dit nog niet gezegd.
‘Hoe denken ze dan dat al de mensen op de wereld komen?’ ‘Zomaar?’ ‘Uit het niets?’ ‘Denken ze dat er zomaar opeens, ploep, ploep, ploep mensen op de wereld waren?’ ‘Dat kan toch niet juf?’
En acht vragende kinderogen keken mij afwachtend aan. Wachtend op het goede antwoord wat de juf altijd geeft.

Ik vertelde de leerlingen kort over de vrijheid in Nederland om wel of niet te geloven in een God. ‘Iedereen in Nederland mag zelf weten of hij of zij in een God gelooft en in welke God hij of zij gelooft.’ De vraagtekens in de ogen van de leerlingen verdwenen langzaam. ‘Het is belangrijk dat iedereen deze keuze van elkaar accepteert.’ ‘In Nederland leven en werken wij samen met mensen die allemaal in een andere, of in geen, God geloven.’ De leerlingen knikten instemmend, maar of deze boodschap echt over is gekomen weet ik niet zeker.

Als dit mijn eigen klas was geweest had ik waarschijnlijk de leerlingen even laten stoppen met het werk waar zij op dat moment mee bezig waren. Een gesprek over de vrijheid om wel of niet te geloven in een God vind ik zeer belangrijk en leerzaam.
Helaas viel ik in bij een klas wat niet mijn stageklas was. Een klas waar ik de leerlingen niet goed kende en een klas vol leerlingen die behoorlijk druk en gespannen waren door steeds verschillende invallers. De situatie deed mij besluiten dit gesprek niet klassikaal te voeren. Maar dit zou ik in de toekomst zeker nog een keer doen. Misschien met deze leerlingen, misschien met andere.

zaterdag 21 maart 2009

Bericht veertien


In Nederland zijn kinderen vanaf 5 jaar tot het einde van het schooljaar waarin zij 16 jaar worden op grond van de Leerplichtwet verplicht naar school te gaan (leerplichtig). Als ouder of verzorger moet u uw kind inschrijven op een school en ervoor zorgen dat uw kind naar school gaat. De leerplicht geldt voor iedereen die in Nederland woont. Ook kinderen met een niet-Nederlandse nationaliteit, asielzoekers in de leerplichtige leeftijd en kinderen die illegaal in Nederland verblijven, moeten dus verplicht naar school.’ (Bron: www.Postbus51.nl)
Onderwijs is het beste wapen tegen armoede.’ (Bron: reclame Oxfam Novib, ambassadeurs van het zelfdoen, maart ’09 wwww.oxfamnovib.nl)
In Nederland geldt sinds 1901 De Wet op Leerplicht. Deze wet is de loop der tijd aangepast en veranderd. Liever zie ik deze wet als een recht op onderwijs. In Nederland hebben alle kinderen vanaf vijf tot zestien jaar recht op onderwijs (zij zijn hier zelfs tot toe verplicht, zie daar weer de wet.) De Nederlandse samenleving is bevoorrecht met deze wet, ofwel met dit recht. Ik zie dit recht als iets waar wij, als de Nederland samenleving, trots op moeten zijn. In vele landen op de wereld hebben veel kinderen, of alleen meisjes, niet de mogelijkheid enig onderwijs te volgen. ‘Onderwijs is het beste wapen tegen armoede’, zoals ook al ontwikkelingsorganisatie Oxfam Novib stelt. Of onderwijs écht het allerbeste wapen is tegen armoede weet ik niet voor de volle honderd procent zeker. Dat onderwijs één van de beste wapens tegen armoede is weet ik wel zeker. Door kinderen, en volwassenen, de mogelijkheid te geven onderwijs te volgen wordt hen een kans geboden voor de toekomst. Onderwijs laat kinderen een eigen individu worden. Onderwijs vormt kinderen tot volwassenen die zelfverantwoordelijk en zelfredzaam zijn en die op een constructieve manier lid zijn van de samenleving. Mede door deze zelfverantwoordelijkheid en zelfredzaamheid, en daarnaast door de vele kennis die wordt geleerd in het onderwijs, hebben kinderen de mogelijkheid in de toekomst een baan te vinden en zo niet in (extreme) armoede te hoeven leven.